Voorgestelde trefwoorden
Gerelateerde pagina's
Gerelateerde artikelen
Gerelateerde cases
Gerelateerde downloads
Gerelateerde evenementen
Alle resultaten
Voorgestelde trefwoorden
Gerelateerde pagina's
Gerelateerde artikelen
Gerelateerde cases
Gerelateerde downloads
Gerelateerde evenementen
Alle resultaten

Een bak met data kan niet scoren

07-05-2015

Door Willem Brethouwer

Afgelopen week vroeg een stel jonge honden van verschillende nutsbedrijven mij om hulp. Ze willen samenwerken. Hun krachten bundelen om kansen in de markt te vinden. Hoe? Door hun data bij elkaar te leggen. De één had informatie over afval. De ander weer over energie. Een derde over water. Samen zoeken ze naar synergie in al die data. Immers, nutsbedrijven bijten elkaar niet. Maar hoe? Ik mocht een paar uur met ze sparren.

Together everyone achieves more. Team. Eén van de oneliners die ik graag gebruik. Ik geef toe: hij is wat afgezaagd. Maar hij wordt niet voor niets zo vaak gebruikt. Het klopt gewoon. En dat geldt al helemaal voor data. Sessies zoals die van CrossOver, een initiatief van de werkgeversverenigingen voor nutsbedrijven, zijn een stap in de goede richting. Maar als je de klok hoort luiden, moet je vervolgens wel de klepel vinden. Daar gaat het mis: iedereen gooit zijn troeven op tafel en er ontstaat een enorme bak aan data. Data over mensen. Data over dingen. Data over structuren. Vervolgens kun je er verwachtingsvol naar gaan staan kijken. Hopen dat er iets gebeurt. Iets uitspringt. Maar zo werkt het niet. Data is nutteloos als je er niet middenin durft te staan. Omarm de context, noemen wij dat bij MarketResponse. Maak het levend.

Je koelkast laat je weten als je groentelade leeg is

Dat zien wij vaak. Bedrijven die worstelen met big data. Ze willen er iets mee, maar weten niet waar te beginnen. Alles is data. Eerst hadden we alleen met data van mensen te maken. Inmiddels is er ‘the internet of things’. Sensoren die alles oppikken. Apparaten die met apparaten communiceren. Nog even en je koelkast sms’t dat je groentelade leeg is.

Mooi allemaal, maar hoe moet je zo’n bak data dan wél aanvliegen? Simpel. Begin bij een frustratie. Je wilt bijvoorbeeld de troep in je huis opgeruimd hebben. Denk dan als een bouwmarkt. Duizenden schroefjes en planken, maar je kiest alleen wat jij nodig hebt om een kast te bouwen. Maar ineens zie je een berg afval steigerhout liggen, naast de bouwmarkt. En dat materiaal is stoer, en ruw en prachtig te gebruiken voor jouw kast, samen met de bouten en schroeven. Meerdere wegen leiden naar de oplossing.

Naar big data vertaald, betekent het dat je jouw data in kaart brengt en sorteert rondom een frustratie (hoe kom ik van de troep af in mijn huis?). Ga er vervolgens middenin staan. Welke schroefjes, moertjes en boutjes heb je allemaal en wat mis je? Hoe meer soorten, hoe mooier je oplossing kan worden. En dan begin je te knutselen. Te passen. Te meten. Net zolang totdat jouw data iets gaat verklaren. En zoek de data gerust ook buiten! Teamwork dus. Combineer je eigen data met die van anderen. Denk aan ‘open data’. Open data is een nieuw fenomeen, waarbij de overheid data vrijgeeft, van verkeersstromen, tot gebouwinformatie, van geo-data tot weerdata. Het is een van de belangrijkste ontwikkelingen de komende tijd. Kansen vinden door jouw data te koppelen met nog meer data.

Hoe langer je wacht, hoe minder eruit komt

Veelgehoorde vraag: “zijn er dan ook risico’s?” Ja, er kan wel eens wat fout gaan. Het grootste risico is dat je het te groot maakt. Think big, act small, scale fast, learn quick. Hoe sneller je bijstuurt, des te beter je uitkomst. En houd vooral het tempo erin. Teveel initiatieven stranden in goede bedoelingen, wachten op elkaar. Houd regie, de anderen gaan je vanzelf volgen als het voor hen klopt. Het blijft mensenwerk: Want, op zijn Cruijffiaans gesteld, “een bak met data kan niet scoren”.